Sponsen

In plaats van een penseel kun je ook een spons gebruiken.

De techniek is simpel:

Maak de spons nat en wring ze goed uit.

Sop de spons in de kleur en dep af op een stukje folie.

Met lichte druk beweeg je op en neer op het werkstuk.

Waarom voor een spons kiezen?

  • Afdruk van de spons.

    Elke spons, grof of fijn, laat een afdruk achter.

  • Ongewenste penseelstreken

    Het type glazuur of de manier van aanbrengen kan wel eens ongewenste penseelstreken als gevolg hebben.

  • Overgangen

    Vloeiende overgangen van de ene in de andere kleur.

Afdruk van de spons

Hoe natter de spons is of hoe dunner het product is, hoe vlekkeriger de afdruk is. Een vlekkerige afdruk kan wenselijk zijn.

Om echter de typische afdruk van de spons goed zichtbaar te houden, mag noch de spons te nat zijn, noch het product te waterig zijn.

Afhankelijk van het patroon dat je wil creëren, kies je voor een fijn of grof gestructureerde spons.

Recht op en neer gaan is belangrijk om de kleur niet uit te smeren. Verspreid sponzen voor de eerste laag, je kunt altijd heen en weer gaan en het patroon vervolledigen naar wens. Eenmaal te veel gesponsd is het moeilijk te verbeteren.

Zeker niet hard doorduwen maar lichtjes deppen, op die manier krijg je een gelijkmatig patroon.

  • Natuurspons
  • Synthetisch sponsje
  • 1 laag oranje met grove natuurspons

Ongewenste penseelstreken

Er is een verschil in "ongewenste" penseelstreken:

1) Verschil in kleur, lichte en donkere strepen als gevolg van de richting waarin je het glazuur opgezet hebt.

Gekleurd-transparante glazuren, semi-transparante glazuren en meerkleurige glazuren tonen vaak de richting waarin je het glazuur opgezet hebt. Als het te bewerken oppervlak het niet mogelijk maakt om netjes in één richting te strijken, omdat er teveel hoekjes en kantjes zijn, is sponsen vaak de oplossing. Randjes afdekken met papier, tape of AC 302 Wax resist maakt het sponsen gemakkelijker.

Het verschil in kleur zijn dan geen strepen meer maar eerder lichte wolkjes en minder storend.

2) Strepen die in in het oppervlak ziet na het bakken.

Bij producten en glazuren die niet glad uitsmelten tijdens het bakken, zie je ook soms de richting waarin gewerkt is. Vaak enkel zichtbaar wanneer het oppervlak tegen het licht gehouden wordt. Ook dit kun je voorkomen om de glazuur te sponsen.

In beide gevallen is het geen vereiste om alle lagen te sponsen, enkel de laatste laag sponsen kan het probleem al verhelpen.

Overgangen

Creëer een geleidelijke overgang van de ene in de andere kleur door de kleuren in of over elkaar te sponsen.

Deze techniek vraagt een beetje oefening om het goed onder de knie te krijgen.

1) Kleuren in elkaar sponsen: Per laag sponsen van licht naar donker. Je sponst de kleuren nat in nat, zonder tussendoor de spons uit te spoelen. Voor deze werkwijze heb je plaats nodig, hoe korter het gedeelte is waarin de overgang moet gebeuren, hoe moeilijker.

2) Kleuren over elkaar sponsen: Bij deze werkwijze is het belangrijk dat je zachter (minder) sponst op de plaats waar de overgang moet zijn, zo vermijd je strakke overgangen.

Houdt rekening met de eigenschappen van de producten waarmee je sponst.

Wanneer je sponst met twee of meer kleuren uit de Elements of Stoneware series, is het niet vanzelfsprekend dat je een kleurmengeling krijgt die je zou verwachten. Tenslotte zijn overlappingen van deze glazuren eerder een "nieuwe samenstelling", lees meer bij overlapping.

nr184 sw211 en sw110

Geleidelijke overgang van twee kleuren S-184

IMG_0612

Randjes van boven kunnen een uitdaging zijn. Spons de donkerste kleur lichtjes over de scheidingslijn.