Klei
Het enorm aanbod aan kleisoorten en merken, maakt de keuze soms moeilijk. Welke klei is voor jou de beste ?
Om deze vraag te beantwoorden begin ik met het grootste verschil:
Type klei
-
Aardewerk
Klei met een stookbereik rond 1000° C.
-
Steengoed
Klei met een stookbereik rond 1250°.
-
Porselein
Klei met een stookbereik rond 1250°C.
Een tweede verschil is dat er klei bestaat in vaste vorm (pasta) en in vloeibare vorm (gietklei of slip).
-
Pasta
Een vaste klei, ook wel pasta genoemd, is een klei die gebruikt wordt om te draaien, boetseren, stamperen en voor het opbouwen met kleiplakken.
Met of zonder toevoeging van oxides, chamotte, zand, Piriet of papier.
-
Vloeibaar
Vloeibare klei, ook wel gietklei of slip genoemd.
Verkrijgbaar in wit, rood, grijs en zwart.
Aardewerk
Aardewerk is een verzamelnaam van klei die een maximum temperatuur aankan rond de 1100°C.
Gebakken aardewerk is vrijwel altijd poreus.
Gebruiksgoed van aardewerk dient daarom geglazuurd te worden met een compatibel glazuur. Wanneer klei en glazuur ongeveer dezelfde krimpcoëfficiënt hebben, is er geen spanning tussen de twee materiën waardoor er geen craquelé ontstaat. Enkel dan kan een glazuur aardewerk waterdicht maken. Mits je noch de krimp van de klei, noch de krimp van de glazuur zelf in handen hebt, kan enkel testen uitslag geven.
Er zijn weinig ateliers waar ze met aardewerkklei werken voor te boetseren of te draaien. Een atelier waar ze met twee soorten klei werken, aardewerk en steengoed, heeft vaak het probleem dat de cursist geen rekening houdt met de baktemperatuur. Eenmaal de klei uit de verpakking is, kan moeilijk geconstateerd worden om welke klei het gaat. En als een werkstuk van aardewerk te hoog gebakken wordt, smelt het en veroorzaakt veel schade in de oven.
Aardewerkklei is aan te raden wanneer je niet hoger wil/kan bakken dan 1060°C.
Een aardewerkklei die gebakken wordt op 1060° C is steviger dan een steengoedklei die op 1060° C gebakken is.
De Mayco biscuit is uiteraard compatibel met de Mayco glazuren. Vooral met de Stroke & Coat, Foundations en de transparante glazuren ben je veilig voor gebruiksvoorwerpen.
Steengoed
Steengoed is een verzamelnaam van klei die gebakken wordt tussen 1150° en 1280°C.
De maximum temperatuur staat altijd vermeld op de verpakking. Het is niet noodzakelijk om klei tot zijn maximum temperatuur te bakken. Het is echter ook niet ten voordele als je te laag onder de maximum temperatuur blijft. Een steengoedklei zou ik niet lager bakken 1150°, tenzij het een stevig, robuust decoratief werk is.
Soms beweert men dat klei waterdicht is wanneer die dicht bij de maximum temperatuur gebakken is. Dat geldt maar voor enkele kleisoorten! De scherf wordt als waterdicht beschouwd wanneer deze minder dan 2 % water opneemt, maar zelfs dat is niet altijd waar. Deze informatie is meestal te vinden op de website van de kleiproducent.
Aangezien de klei niet vanzelfsprekend waterdicht is op de gebruikte temperatuur, kan enkel de glazuur het volledige werkstuk waterdicht maken. Onder voorwaarde dat er geen craquelé in het glazuur komt. Let op: Craquelé vormt zicht niet altijd meteen na het bakken. Denk maar aan oud servies, het kan jaren duren vooraleer de barstjes ontstaan.
Men kan de waterdichtheid zelf testen: Weeg het werkstuk. Vul met water en laat overnacht staan. 's anderendaags het water uitgieten en afdrogen en terug wegen. Het werkstuk is niet waterdicht als het meer dan 2 % zwaarder weegt.
Steengoedklei is aan te raden voor gebruiksvoorwerpen en dingen die vorstbestendig moeten zijn.
Steengoed is enkel harder dan aardewerk als het op de juiste temperatuur gebakken wordt namelijk minimum 1150° C.
Porselein
De porseleinscherf is harder dan de steengoedscherf. Vandaar dat objecten van porselein dunner gemaakt worden en hierdoor ook sierlijker ogen. Witte porselein is doorzichtig, het laat licht door, bijgevolg een gewild product voor lichtobjecten.
Omdat porselein zo mooi wit van kleur is en op zich al vaak waterdicht is, wordt het niet altijd geglazuurd, toch is het voor gebruiksgoed beter wanneer er een transparant glazuur over gezet wordt. Een glad geglazuurd oppervlak is gemakkelijker te onderhouden.
Porselein krimpt enorm tijdens het bakken en heeft de neiging te vervormen. Om vervorming tegen te gaan, kan het raadzaam zijn om niet al te hoog in temperatuur te gaan, bijvoorbeeld maar op 1220°, maar dan een langere pendeltijd te nemen, bijvoorbeeld 2 uren. Op die manier bereik je toch een hogere cone.
Porselein is ook beschikbaar in blauw en zwart.
Pasta
Fabrikanten starten meestal met een witte klei. De samenstelling bepaalt of het een aardewerk-, een steengoed- of porseleinklei is. Elke fabrikant gebruikt zijn eigen recept zowel van gebruikte grondstoffen (en oorsprong van deze grondstoffen), als voor bereiding van de klei. Verander je van merk, kan ook het geglazuurd eindresultaat veranderen!
Uitgaande van een witte klei met toevoeging van:
Grondstoffen om de klei te kleuren: grijs, beige, zwart, enz. Hiervoor gebruikt men voornamelijk oxides zoals ijzeroxide bij rode klei, mangaan bij donkere klei, ...Deze toevoegingen kunnen daartoe leiden dat de klei bijvoorbeeld een lagere maximumtemperatuur krijgt. En glazuren kunnen anders reageren op gekleurde kleisoorten.
Pyriet voor spikkels in de klei. De spikkel in de klei (steengoedklei) zie je nauwelijks bij de biscuitbak en komt pas echt tevoorschijn bij de hoge stook. De spikkel is zo intensief dat hij meestal nog zichtbaar is doorheen het glazuur.
Chamotte voor stevigheid. Chamotte zijn fijn gemalen, gebakken kleistukjes. Ze worden aan klei toegediend om de klei steviger te maken. Die stevigheid komt vooral van pas tijdens het bewerken. Op elke verpakking staat vermeld hoe groot de chamotte is en het percentage. Chamotte bestaat in meerdere kleuren en die kleur is niet altijd hetzelfde dan de klei, kleistaaltjes maken dit duidelijk. De stukjes zijn scherp. Kleine poederchamotte van 0,2mm merk je nauwelijks, des te groter de korrel is, des te meer voelbaar. Draaiers gebruiken klei zonder chamotte of chamotte tot 0,5mm. Weinigen die met grotere korrel draaien. Alle andere kleiartiesten kunnen eender welke klei nemen, het is te zien wat je ermee wil doen. Klei met chamotte is droger en de stukjes kunnen wel eens in de weg zitten. Ben je nog niet zeker wat je wil, start dan met een klei met 0,5 mm, de gulden middenweg zoals ze zeggen. Snel zal je merken of je minder of meer chamotte wil.
Zand voor stevigheid. Net als chamotte, geeft zand ook stevigheid aan de klei. In tegenstelling met chamotte is zand een rondere korrel en dus aangenamer om mee te draaien, zelfs al is de korrel 1 mm.
Papier voor stevigheid. Papier, vlas of vezel wordt ook wel onder klei gemengd. Papierporselein is het meest gevraagd. Porseleinklei is minder toegeeflijk tijdens het werken, het droogt en brokkelt snel. Papierporselein houdt dit tegen. Met papierporselein is het gemakkelijker heel fragiele objecten te maken. Het papier brandt weg tijdens de biscuitbak en geeft enorm veel rook. Deze rook is niet goed voor de verwarmingselementen van de oven.
Gietklei
Gietklei wordt gebruikt in gipsen mallen. Ook hier kan het aardewerk, steengoed of porselein zijn.
Korte omschrijving van het proces: De mal wordt volledig volgegoten. De gips onttrekt water uit de klei zodat de klei vast wordt tegen de gipswand.
Als de verharde rand dik genoeg is, circa 4mm bij gietklei, wordt de overtollige klei weer uitgegoten.
Na een tijdje kan de mal geopend worden en klaar is de vorm.